Arsenaal / Stock 2004

hout, takken / wood, branches

 

back

Op een dag wandelden we in het bos, toen een van ons zich bukte en een takje opraapte. Kijk eens wat een bijzonder takje: het is helemaal haaks. En inderdaad, dit stukje hout was in zijn groei te werk gegaan als een fietser die bij een kaarsrechte kruising links- of rechtsaf slaat. Terwijl de meeste takken toch de bochten niet zo nauw nemen en alle kanten op schieten in hun drang om zich te verspreiden en bij het zonlicht te komen. Een merkwaardige speling van de natuur, net als een klavertje vier. Toevallig was deze tak gegroeid in een hoek van precies 90 graden, terwijl er nog zoveel andere graden zijn en alles wat daar tussenin zit. We zochten er verder niets achter, maar stopten het takje in onze zak en vervolgden onze wandeling.

Thuisgekomen keerden we een plastic tas met allemaal min of meer haakse takjes om boven de keukentafel. Wat bleek: tijdens de rest van de wandeling vonden we tot onze verbazing het ene na het andere takje dat zijn best deed om in een rechte hoek te groeien! De één slaagde daarin beter dan de ander, net als bij sport: vele sporters oefenen en willen zo goed mogelijk presteren, maar slechts een enkeling wordt kampioen. Het was wel duidelijk dat die bomen druk aan het oefenen waren. Alleen, wat zou daarvan de bedoeling zijn? Is de rechte hoek niet iets wat wij mensen alleen kennen, omdat wij de wiskunde uitgevonden hebben? De oude Egyptenaren hadden al een uitgebreide kennis van meetkunde, de rechte hoek was voor hen onmisbaar bij het bouwen van tempels en pyramiden. Pythagoras ontdekte de wetmatigheden van de driehoek dankzij het bestaan van de rechte hoek en baseerde daar tal van formules en berekeningen op. Maar bomen, wat moeten die met een rechte hoek? De natuur kenmerkt zich toch juist door grilligheid en woekering, het organische in tegenstelling tot het geometrische. Juist wij mensen, met onze behoefte aan ordening en rechtlijnigheid, hebben dikke boeken geschreven over o.a. het maken van houtverbindingen. Honderd manieren om twee stukken hout haaks aan elkaar te verbinden, van halfhoutsverbinding tot zwaluwstaart, met gereedschap variërend van verstekzaag tot lamellenfrees. Alleen ambachtelijk vakmanschap verkregen door een lange praktijkervaring is daarbij in staat om datgene te maken wat de boom van nature niet levert: een haakse houtverbinding. Wel hebben hoveniers geprobeerd bomen in hun groei te geleiden, zodat er later uit één stuk hout een gebogen steel of een hooivork gemaakt kon worden. Maar ze hebben nooit getracht een boom haaks te laten groeien.

Meerdere zoektochten in verschillende bossen leverde op dat sommige bossen meer haakse takken produceerden dan andere. Kennelijk waren ze niet allemaal even ver in die ontwikkeling. Je hebt ook betere en minder goede scholen tenslotte. Ook sommige bomen zijn verder dan andere. De beuken en eiken, misschien de intelligentere onder de bomen, lijken wel meer haakse takken te hebben dan de berken en de naaldbomen. Maar het is onmiskenbaar: de natuur ontwikkelt iets dat wij nog niet eerder gezien hebben. (Hoewel, je kunt je afvragen of bijvoorbeeld Piet Mondriaan dit ook niet al heeft opgemerkt. Zijn serie schilderijen van bomen lijkt wel een blauwdruk van wat zich nu afspeelt.)

Het blijft echter de vraag wat de natuur hiermee beoogt. Is het zo dat de ontwikkeling die wij zelf doorgemaakt hebben in een veel trager tempo ook door de natuur wordt beleefd, dat de bomen aan het begin staan van de ontdekking van de geometrie? Zouden ze daarmee efficiënter kunnen groeien en bloeien? Of is het een poging om hun eigen bruikbaarheid voor de mens te vergroten (zodat wij wat zuiniger op onze bossen worden) en gaat het dus om een overlevingsstrategie? Je zou ook kunnen denken dat de bomen zich in het geheim aan het voorbereiden zijn op de strijd tegen de bomenkappers door het aanleggen van een wapenarsenaal (veel takken lijken op pistolen, daar weten kinderen alles van). Of hebben we te maken met een esthetische ontwikkeling, het indammen van de chaos door de introductie van symmetrie en geometrische abstractie, als teken van beschaving en ontwikkeling?